Risico’s
Zoals bij iedere operatie zijn er ook bij de herniaoperatie zekere risico’s. De kans van optreden hiervan is echter zeer gering, het betreft immers een routineoperatie. Niettemin kan er altijd wat toename van neurologische uitval optreden, deze is meestal het gevolg van het moeten manipuleren aan een zenuw die lang in de knel gezeten heeft. Een ontsteking of niet goed genezende wond behoort ook tot de gebruikelijke risico’s.
Alternatieven
Naast de “gewone” herniaoperatie bestaan er ook mogelijkheden om de tussenwervelschijf te benaderen via een endoscoop of via een kort buisje (microtube). Deze technieken hebben met elkaar gemeen dat er via een kleinere toegang wordt gewerkt, waardoor de operatiewond minder groot is dan bij de “standaardoperatie”. Daardoor verloopt de wondgenezing sneller en hoeven de patiënten minder lang in het ziekenhuis te blijven. Niet iedere hernia is echter geschikt om op één van deze manieren te worden behandeld.
De endoscopische operatie
Vindt plaats via een klein sneetje in de huid, waarlangs een smalle buis wordt opgeschoven naar de plaats waar zich de hernia bevindt. Een endoscoop is een kijkbuis met een lampje erin. De chirurg kan op een videoscherm zien waar de hernia zit. In de buis kunnen instrumenten worden opgeschoven, waarmee de chirurg de hernia kan verwijderen.
De microtube operatie
Bevindt zich tussen de standaard hernia-operatie en de endoscopische operatie. Hierbij wordt gewerkt doorheen een buisje van ongeveer anderhalve centimeter diameter, met behulp van de operatiemicroscoop.
Na de operatie
In het algemeen is het ontslag binnen 4 dagen, doch veel patiënten gaan de volgende dag reeds naar huis. Poliklinische controle vindt 6 weken na operatie plaats, waarbij de belastbaarheid en het resultaat van de operatie op dat moment bekeken worden. Bij de controle na 6 weken krijgt de patiënt meestal te horen dat hij wel weer zijn gang kan gaan en de belasting mag opvoeren. Werkhervatting hangt natuurlijk ook samen met het type werkzaamheden.